|
||||||||
|
Het vervolg van Muthspiel’s succesvolle album Angular Blues heeft dezelfde bezetting : Muthspiel natuurlijk op gitaar, Scott Colley op contrabas en Brian Blade op drums. We horen op dit album een mengeling van jazz, klassieke- en folkmuziek. Negen jaar na zijn debuut op ECM met Driftwood is nog duidelijk te horen dat Muthspiel ooit begon in de klassieke muziek. Het album opent met “Invocation”, een rustig nummer waarin gitaar en bas elkaar aanvullen met serene klanken. Muthspiel weet heel aparte klanken uit zijn gitaar te “toveren” met echo’s en andere bijzondere technieken. Met het nummer “Prelude to Bach” zitten we echt in de klassieke muziek, fraai maar niet echt spannend. Wakker geschud worden we met het titelnummer “Dance of the Elders” een vrolijk muziekstuk waarop we zelfs handgeklap horen. In “Liebeslied” is er sprake van gitaar hoogstandjes en majestueus basspel. “Folksong” is eigenlijk precies wat de titel aanduidt, een volksliedje en in mijn oren muziek die nauwelijks valt te kwalificeren als jazz, het kabbelt maar zo’n beetje door, als je het spel van de Oostenrijker Muthspiel vergelijkt met bijvoorbeeld John Scofield labelgenoot op ECM dan is er een wereld van verschil, de muziek van Muthspiel weet mij nauwelijks te boeien terwijl Scofield altijd zorgt voor verrassingen, zowel in zijn spel als in zijn repertoire keuze. Ook de laatste twee composities “Cantus Bradus” en “Amelia” klinken als kamermuziek, verstilde klanken met fraai afgewogen gitaarspel, technisch wel knap maar het mag toch wel wat meer bruisen, techniek alleen is te weinig om de muziek echt boeiend te maken, interessantere thema’s en wat meer pit zouden wonderen verrichten, overigens begrijp ik niet wat een topdrummer als Brian Blade heeft te zoeken in dit trio, je hoort hem nauwelijks. Jan van Leersum.
|